Is suiker verslavend?

Je vindt suiker in vele varianten, maar vooral in de volgende vormen:

• Glucose;
• Fructose;
• Galactose

Specialisten noemen deze vormen ook wel monosachariden. Deze combineren zich met elkaar door een lange of korte ketting te maken. Hoe langer de ketting, hoe langzamer het lichaam dit opneemt. De bloedsuikerspiegel neemt geleidelijk toe bij lange kettingen, zoals zetmeel en vezels.

Wanneer we spreken van glucose in het bloed, dan hebben we het over een monosacharide die het lichaam opneemt. Deze opname verloopt via het hormoon ‘insuline’.

De alvleesklier maakt insuline aan om de cellen vervolgens te openen voor voedingsstoffen. Het lijkt misschien zo dat de cel vol zit met voedingsstoffen en je daardoor aankomt. Dit lijkt de waarheid, totdat je de energiebalans tevoorschijn tovert.

De cel krijgt via insuline verschillende voedings- en energiestoffen binnen. Ja, maar het lichaam gebruikt deze stoffen ook als je meer gebruikt dan je binnenkrijgt.

In de voedingsindustrie denkt men bij suiker direct aan tafelsuiker. Dit is een combinatie van glucose met fructose. Dit voegen producenten toe aan levensmiddelen om zo een lekkere smaak te creëren. Een andere benaming voor tafelsuiker is sucrose, maar dit is een combinatie van twee monosachariden. Deze monosachariden vind je in elke vorm van koolhydraten terug. Het woord ‘suiker’ is dus absoluut niet direct slecht, maar wel minder goed als je doelt op fructose of tafelsuiker. Snap je het nog? Zo niet, bekijk dan rustig de afbeelding hieronder.

In deze afbeelding zie je dat zetmeel een lange keten van suikers is, terwijl de bloedsuikerspiegel gematigd stijgt. Als je een monosacharide of bijvoorbeeld sucrose (tafelsuiker) eet, stijgt je bloedsuikerspiegel ineens heel snel. Hier zit dus het verschil tussen (tafel)suiker en suikermoleculen. Lastig hé? Als je vragen hebt, stel ze gerust!

Nu je het verschil tussen bepaalde suikers weet, is het tijd voor de volgende stap. Want is suiker nou echt verslavend? Wanneer je suiker tot je neemt, lijk je gewend te raken aan suiker en de smaak. Veel mensen geven aan dat een suikerverslaving op de loer ligt, maar waarom is dat niet zo? Nou, hierom:

• Waarom eet je dan niet puur suiker, maar de producten waar suiker in zit?
• Sta je niet te trillen op je benen door bijvoorbeeld ontwenningsverschijnselen?

Normaal gebruiken professionals ook de DSM-5 (checklist in de psychiatrie) om verslaving te diagnosticeren.

Door een paar vinkjes (niet alle overigens) te zetten, classificeren wij suiker als verslavend. Daarnaast maakt het lichaam meer dopamine aan door de suikerinname, maar water heeft dat effect ook op je brein als je dorstig bent en wat drinkt. Stoppen we dan ook met het drinken van water? Nee, natuurlijk niet. Dit geeft al aan dat er veel vragen zijn over dit onderwerp en de praktische toepassing van een functionele MRI.

Weet je wat het nadeel is van het statement ‘suiker is verslavend’? Bij een verslaving spelen een hoop onderdelen wat betreft voedsel mee, waaronder smaak. De smaak van een product kan zo lekker zijn dat je er meer van eet. Laat suiker nu net een smaakmaker zijn, waardoor je ook geneigd bent meer te eten. De veilige e-nummers versterken de smaken, waardoor je smaakpapillen vol zitten met smaken! Een voorbeeld is wanneer jij voor een schap staat en je hebt de keuze uit tafelsuiker of je favoriete snack met suiker. Wat kies jij? Iedereen die dit leest heeft dezelfde keuze: de favoriete snack. Daar heb jij het antwoord al. Suiker is niet de vijand als je wil afslanken!

Het doel van de missie van veel mensen is duidelijk, omdat de suikerinname per persoon omlaag gebracht moet worden. De inname zit nu rond de 110 gram per persoon in Nederland. De richtlijn van de World Health Organization (WHO) is 40 gram per dag met een inname van 2000 calorieën. Dit houdt in dat wij als Nederlanders gerust wat minder suiker naar binnen mogen werken. Alleen wij zien suiker niet als de boosdoener van onze eetgewoontes. Wat kun je wel doen?

Bij een gezond eetpatroon hoort een kritische blik:

1. Bekijk je eetpatroon met een kritische blik per maaltijd en grootte;
2. Leg geen snoepjes op het bureau of in je auto;
3. Trakteer een keer wat anders dan taart op je werk;
4. Vergelijk maaltijden met ‘normale’ porties (avondeten bijvoorbeeld). Neem je een heel dinerbord vol of de helft?
5. Verwacht geen groot resultaat als je het hele weekend onmenselijke porties eet;
6. Check je inname van cappuccino’s en andere koffie eens;
7. Drink je 0 kilocalorieën met limonade?
8. Wat zijn je gewoontes met eten? Koekje bij de koffie? Vrijdag is je snackdag? Uit eten op zondag? Stappen op zaterdagavond met veel bier en wijn? Veel feestjes?
9. Bedenk hoeveel je beweegt per week en ga daar eens 20-30% onder zitten (dan zit je aardig goed met je schatting van je werkelijke beweging!).

Vind je het lastig om aan jezelf te werken op het gebied van gezond leven? Maak dan eens een gratis afspraak voor een kennismaking via het onderstaand formulier of bel direct naar onze specialist: 06 – 488 40 976